maandag 25 oktober 2010

Voedzame aandacht

Steeds meer werkende ouders werken flexibel. Bij flexibel werken bepalen de ouders zelf de begin- en eindtijd en kunnen makkelijk weg wanneer het nodig is. Dit levert meer uren met je kind op. De vraag is of kinderen daardoor ook meer aandacht krijgen. Meer aanwezigheid en minder stress omdat ouders minder afhankelijk zijn van opvang van anderen is er zeker. Maar meer aandacht dat betwijfel ik. Mijn eigen ervaring is anders.

Een aantal jaar geleden had ik een parttime baan met een grote vrijheid wat betreft indeling van mijn werktijden. De jongens waren in die tijd nog jong en hadden nog veel van mijn aandacht nodig.

Het fijne van mijn werktijden was dat ik veel bij hun aanwezig kon zijn en weinig last ervaarde van stress omdat ik op tijd op mijn werk moest zijn. Wel had ik continue het gevoel dat ik keuzes moest maken. Regelmatig kwam ik in een dilemma terecht, wat steeds weer uitkwam in half aanwezig zijn. Voor mijn kinderen heel verwarrend. Fysiek was ik er wel, maar was vooral bezig met mijn werk. Steeds had ik weer het gevoel te moeten kiezen tussen werken en moederen. Ik probeerde het allebei tegelijk te doen. Ik zat achter mijn computer verslagen uit te werken en als een van de jongens mijn aandacht vroeg deed ik wat er gedaan moest worden met mijn werk nog in mijn hoofd. Mijn aandacht was op zo’n moment niet bij hun. Ik noem dat “witte boterham” aandacht.

Door mijn kinderen aandacht te geven terwijl ik met mijn hoofd bij mijn werk was, bracht ik mijn kinderen in verwarring. Het leek alsof ze aandacht kregen, maar het voelde anders. De verwarring uitte zich in ontevredenheid. Mijn kinderen konden daar geen woorden aan geven, maar lieten het wel door hun gedrag zien. Mijn jongens reageerde daarop door grenzeloos gedrag te vertonen. Zoals naar elkaar schoppen en slaan, naar mij ook trouwens. Ik werd daardoor geïrriteerd en reageerde daarop door boos te worden.

Als ik het nu over zou doen zou ik het anders doen. Ik zou ten eerste bewust kiezen wat op dat moment mijn kerntaak zou zijn. Op de momenten dat de jongens bij mij aanwezig zouden zijn zou mijn kerntaak “moeder” zijn. Wat inhoudt dat ze op dat moment ook alle aandacht zouden krijgen waar ze om zouden vragen. Dat is eigenlijk nog steeds zo. Al zijn ze inmiddels ouder, “bruine boterham” aandacht hebben ze nog steeds nodig.

Door mezelf regelmatig af te vragen “wat is op dit moment mijn kerntaak?” voorkom ik dat ik mezelf versnipper. Ook is het daardoor duidelijk voor me is waar ik mijn aandacht aan wil geven.

Wat is aandacht eigenlijk? Een aantal synoniemen voor aandacht zijn “belangstelling, concentratie, interesse, medeleven, toewijding, zorg” zomaar een aantal woorden die “aandacht” omschrijven.

Wanneer je jezelf erop betrapt steeds meer “witte boterham” aandacht te geven, terwijl je eigenlijk “bruine boterham” aandacht wil geven lees dan vooral verder.

6 tips om mentaal beschikbaar te zijn en “bruine boterham” aandacht te geven:

1. Ben je iemand die naar buiten gericht is, overal voor in bent en je nergens door raken? Je geeft makkelijk je aandacht, maar die is ook snel weer weg. Je aandacht kan daardoor oppervlakkig aanvoelen. Je kind zal er alle mogelijke moeite voor doen om je echt te bereiken. Neem deze pogingen van je kind serieus en verbind je.

2. Ben je meer naar binnen, in jezelf, gekeerd en gaat negeren je makkelijk af. Wat zich in de buitenwereld afspeelt daar verbind je je niet echt aan. Wanneer je aandacht gevraagd wordt heb je moeite om deze te geven. Je kind zal alle mogelijke moeite doen om je echte aandacht te krijgen. Maak contact met je kind door te benoemen wat je bij je kind ziet en vertel wat er in je omgaat.

3. Je bent naar buiten gericht en bent goed in contact met wat je echt wilt. Je kunt je alleen niet verbinden met wat je buiten jezelf ziet, waardoor je geneigd bent anderen te willen veranderen. Hierdoor ben je regelmatig in strijd met de buitenwereld. Je kind zal zich koest houden en niet laten merken wat hij of zij echt wilt of zal juist het omgekeerde doen en steeds weer de strijd met jou aangaan. Vertel wat je ziet bij je kind en vraag wat je kind van jou zou willen.

4. Nog een mogelijkheid is dat je aandacht naar buiten gericht is, je hebt contact met wat je echt wilt en je kunt je verbinden met wat je buiten ervaart. Je hebt contact gemaakt met je innerlijke kracht zonder dat je jouw ideeën aan een ander oplegt. Je bent aanwezig zonder dwingend te zijn. Hierdoor zal je je kind duidelijke kaders kunnen geven waarbinnen hij of zij kan experimenteren.

5. Wat helpt is om je ieder moment bewust te zijn van je kerntaak van dat moment. Wanneer je op dat moment thuis bent om bij je kind te zijn, dan is je kerntaak moeder of vader zijn. Wanneer je kind met iets anders bezig is of slaapt kan je die tijd natuurlijk besteden aan iets anders. Maar blijf je er bewust van je kerntaak van dat moment. Wanneer je aanwezig bent als moeder of vader, wees dan ook aanwezig.

6. Merk je dat dat je niet lukt, merk dan op waar je aandacht wel naartoe gaat en maak een keuze. Je kunt ervoor kiezen om je aandacht te volgen en je uiterlijke omstandigheden daarop aan te passen, of je kiest ervoor van “witte boterham” aandacht “bruine boterham” aandacht te maken en te kijken wat jij nodig hebt om mentaal beschikbaar te zijn.

Vragen of wat je er ook over kwijt wilt kan je natuurlijk altijd hier achter laten op en vanzelfsprekend kan je hierover contact met mij opnemen.

Veel liefs,
Denise Boomer

maandag 11 oktober 2010

Als leven pijn doet

Ik was begonnen met een blog over het onderwerp “oei ik groei” maar door de zelfgekozen dood van Antonie Kamerling is het een hele andere blog geworden. Veel mensen vragen zich af hoe een vader van nog jonge kinderen kan kiezen voor de dood? Voor de meeste ouders is het idee je kinderen niet te kunnen zien opgroeien, ondraaglijk. Hoeveel pijn moet het leven doen om deze keus te maken?

Ruim 25 jaar geleden heeft mijn moeder dezelfde keus gemaakt en ik had het ‘geluk’ om een paar maanden daarvoor een goed gesprek met haar te mogen hebben. Tijdens dat gesprek vertelde ze mij hoe ‘leven’ er voor haar uitzag en hoe vreselijk ze het vond dat ze de mensen om haar heen die ze het meeste lief had van de hele wereld zoveel pijn deed. Liefde kon ze haast niet meer voelen, pijn wel. Heel veel pijn.

Op een gegeven moment gaat de gedachte overheersen dat alles wat je lief hebt en wat jou lief heeft beter af is zonder jou, omdat je ze alleen maar verdriet doet. Deze gedachte had zich toen ook al in brein van mijn moeder vastgezet en eigenlijk begreep ik haar heel goed.

Het blog wat ik van plan was om te schrijven ging over groeisprongen die baby’s doormaken. Deze komen namelijk ook bij volwassenen voor. In het leven maak je constant veranderingen door en je systeem heeft het nodig zich daarop aan te passen. De ene keer gaat dat makkelijker dan de andere keer. Er zijn sprongen in het leven die vooraf gaan aan een periode van depressiviteit. Je zit dan in een dip en keert als het ware even terug in jezelf om -zoals het lijkt- nieuwe energie te vergaren om de sprong vooruit te kunnen maken. Je voelt je even rot, soms goed rot, maar meestal kom je er wel weer uit.

Toch zijn er mensen die nooit uit een depressie komen en erin vast blijven zitten. En alsof dat nog niet erg genoeg is, gaan ze zichzelf ook nog afwijzen. Ze hebben het moeilijk met zichzelf en zien hoe moeilijk hun omgeving het met hun gedrag heeft en dat willen ze niet. Ze willen zich niet dood voelen van binnen, ze willen leven en plezier brengen in het leven van anderen. Ze gaan vechten tegen de depressie en komen er steeds verder in vast te zitten, ze willen eruit … maar het gaat gewoon niet …

De dood van mijn moeder kwam destijds voor mij niet als een verrassing, ik heb voor haar gedaan wat ik kon. Maar er was weinig wat ik voor haar kon doen. Na haar dood heb ik mijn eigen leven kunnen oppakken en ik heb haar dood zelfs als een teken van liefde leren zien. Iets wat nodig was om mij mijn eigen leven te kunnen laten leiden.

Mijn moeder kon zichzelf niet lief vinden. Ze was boos op zichzelf en op de hele wereld, maar dat wilde ze niet. Ze wilde niet boos zijn en daarom was ze steeds boos. Heel gek, juist hetgeen wat ze niet wilde gebeurde steeds weer en weer. Had ze het stuk boosheid van zichzelf maar lief gevonden en op een positieve manier gebruik gemaakt van de krachtige energie van die boosheid. Dan had ze niet steeds boos hoeven zijn of haar gevoel niet hoeven onderdrukken, waardoor ze depressief werd.

Mogen zijn wie je bent is het allermooiste wat je jezelf kunt geven. Als je niet weet hoe, lees dan vooral verder.

1. Loopt je leven niet helemaal zoals je vind dat het lopen moet, probeer dat in ieder geval niet te verbergen voor je kind. Kinderen leren van hun ouders hoe je met tegenslagen omgaat. Wanneer jij ze onderdrukt leer je je kind zijn of haar gevoelens eveneens te onderdrukken. Leef je gevoelens!

2. De meeste ongewenste gevoelens worden niet geleefd omdat je denken zich daartegen verzet. Wanneer je gevoel laat stromen dan komt het op, golft door je heen en ebt weer weg, zonder dat je iets hoeft te doen.

3. Zorg dat gevoelens geen gedachten worden. Gedachten zijn hard, gevoelens zijn zacht. Je lichaam wil je iets laten weten, wees stil en luister zachtjes.

4. Boosheid verbergt pijn. Door de wereld naar je hand te willen zetten, probeer je de wereld zo te regelen dat er geen pijn ontstaat. Je wilt de mensen om je heen naar jouw hand zetten zodat ze je geen pijn kunnen doen.

5. De andere kant van boosheid is depressiviteit. De nare gedachten over jezelf die bij een depressie horen willen je net zo goed beschermen tegen pijn.

6. Wees niet bang voor de pijn. Pijn is alleen maar pijn. Een pijnlijke herinnering, een traumatische ervaring die boven komt. Duw het niet weg, maar concentreer je erop. De pijn wordt kleiner en scherper, tot hij ineens weg is.

Vind jij het moeilijk om jezelf lief te vinden en onderdruk je daardoor de gevoelens die je over jezelf hebt, of vind je het juist makkelijk jezelf lief te vinden? Ik zou het fijn vinden als je me dat zou willen laten weten.

Veel liefs,
Denise