donderdag 30 december 2010

Laatste blogbericht

Nog 2 dagen en dan zit het jaar 2010 er alweer op en beginnen we aan een nieuw jaar. Mijn inbox loopt vol met allerlei nieuwjaarswensen. Iedereen schijnt mij voor het komende jaar heel veel mooie dingen te gunnen.

In 2011 zal ik een aantal veranderingen doorvoeren, waarvan stoppen met bloggen op De Kersenpit er 1 is. Tot nu toe heb ik altijd geblogd over de zoektocht naar mezelf. Vanaf nu ben ik van plan om te gaan schrijven over de manier waarop de inzichten die ik voor mezelf heb gevonden, gebruik om betekenis te geven aan het leven van anderen. Dat ga ik doen op www.mamaislief.wordpress.com

Als blognaam heb ik gekozen voor “mamaislief” omdat ik vind dat iedere mama lief is. Iedere mama die ik tot nu toe gesproken heb is gericht op het zo goed mogelijk zorgen voor haar kinderen. De meeste moeders negeren daarvoor zelfs hun eigen basisbehoeften. Dat dat niet altijd werkt kun je lezen in mijn blogbericht over Esther.

Als laatste wens jou voor het komende jaar heel veel moois toe, samen met de mensen die je lief zijn. En bedankt voor het lezen van mijn berichten op dit blog. Ik hoop je weer te ontmoeten op www.mamaislief.wordpress.com

Veel liefs,
Denise Boomer

dinsdag 14 december 2010

Het liefst stop in mijn kind in een doosje

We leven in een maatschappij met niet alleen maar lieve, aardige mensen. Onze kinderen staan ook bloot aan mensen die minder goede bedoelingen hebben. Als moeder en als vader heb je heel sterk de behoefte je kind te beschermen tegen al het kwaad wat er is.

Deze behoefte bestond er ook bij ouders van de kinderen van twee Amsterdamse kinderdagverblijven waar - mogelijk jarenlang - hele jonge kinderen zijn misbruikt. Ik probeer me voor te stellen hoe het voor die ouders van die kinderen is. Ze brachten hun kinderen naar een plek waarvan ze konden uitgaan dat die veilig was. Daardoor konden ze met een gerust hart naar hun werk gaan. En dan hoor je dit. Wat een gevoel van onmacht zal dit geven.

Hoe moeten zij straks weer verder? Hoe pakken ze straks hun leven weer op. En zullen ze de verzorging van hun kind straks weer aan anderen over durven laten? Ze hebben ooit vertrouwt op anderen. Ze dachten dat hun kinderen veilig waren. Dat was niet zo. Hoe vreselijk zal dit voelen, waarschijnlijk voelen ze dit als een tekortkoming. Want ouders zien het als een van hun belangrijkste taken om ervoor te zorgen dat hun kind niets schadelijks overkomt. Vooral na zoiets zou ikzelf mijn kinderen het liefst in een doosje stoppen en ze heel dicht bij me houden.

Maar is dit reëel? Kun je je kind zodanig beschermen dat het niets overkomt? Helaas, dat is niet zo. Ook als ouder heb je maar beperkte macht en kun je niet alles voorkomen. Wat je wel kunt doen is gebruik maken van de kracht die al in je kind zit. Kinderen hebben een enorme psychische veerkracht en als ouder kun je deze versterken.

Veel ouders zitten met het dilemma hun kind te willen beschermen en tegelijkertijd zorgen voor een vrij en zorgeloos gevoel. Hoe kan je je kind beschermen en tegelijkertijd vrijlaten? Ik ben er heel benieuwd naar hoe jij dat doet en zou fijn vinden als je dit wilt laten weten via mijn Blog

Om je wat op weg te helpen volgen hier een aantal tips die je daarbij kunnen helpen.

1. Maak gebruik van de verborgen krachten die kind heeft. Je maakt gebruik van de verborgen krachten van je kind, door niet te leren wat het moet denken, maar hoe het moet denken. Op deze manier leer je kind hoe hij of zij goed voor zichzelf kan zorgen.

2. Je kind is angstig en bang. Wijs het gedrag niet af, maar accepteer dat dat er is. Is je kind al wat ouder, vraag dan wat hij of zij van jou nodig heeft. Wat je zeker niet moet doen is zeggen dat je kind niet bang mag zijn. Het gevoel is er, wijs dat alsjeblieft niet af, want dan wijs je je kind zelf af. Een kind wat bang is, is bang! Door te zeggen dat je kind niet bang mag zijn, verdwijnt de angst niet. De angst zal alleen maar onderdrukt worden om jou een plezier te doen.

3. Laat je kind niet in de steek. Een bang kind heeft steun nodig. Help je kind daarbij. Laat voelen dat je aanwezig bent, net zolang je kind je nodig heeft. Is je kind wat ouder vraag dan “wat wil je dat ik doe? ” Het kan zijn dat je kind om de een of andere reden niet naar school durft. Vraag dan “Wat heb je nodig om wel naar school te durven? “ Een tussenvraag zou kunnen zijn “Wil je het wel durven?” Misschien zegt je kind wel “nee” en is er iets anders aan de hand. Blijf vragen stellen en zorg ervoor dat je te vertrouwen bent.

4. Het belang van een veilige basis. Kinderen die een veilige basis hebben waar ze troost kunnen zoeken en hun emoties kunnen uiten, kunnen stressvolle situaties relatief ongeschonden doorstaan.

5. Je kunt je kind niet altijd geven waar het om vraagt. Er kunnen situaties zijn dat je niet kunt voldoen aan wat je kind van je vraagt. Je kind geeft aan jouw steun nodig te hebben, maar wegens bepaalde omstandigheden kun je die niet geven. Zorg dan dat je kind in ieder geval niet aan zijn of haar lot overgelaten wordt, maar dat er een veilige vervanging aanwezig is.

6. Een druk en schreeuwerig kind. Een bang kind kan angst op verschillende manieren uiten. Ook een druk en schreeuwerig kind kan bang zijn, maar heeft daarbij ander soort steun nodig. Een kind wat de angst probeert te onderdrukken door druk en schreeuwerig gedrag wekt vaak irritatie op en zorgt voor een behoefte aan rust. Je stuurt het kind het liefste weg, of gaat zelf weg. Terwijl het kind op dat moment juist jouw aanwezigheid nodig heeft. Door je kind aandacht te geven zal er het snelst rust ontstaan. Ik bedoel niet het gedrag onderdrukken, maar door te overleggen. Een druk schreeuwerig kind is een onrustig kind.

7. Een onrustig kind. Een onrustig kind in je omgeving voelt niet prettig. Maar ik kan je vertellen dat het voor het kind ook niet prettig voelt om onrustig te zijn. Vertel dat je merkt dat je kind onrustig is en vraag wat er aan de hand is. Al weet een onrustig kind niet altijd wat er aan de hand is. Vervelende gevoelens zijn weggestopt en zoeken een weg naar buiten toe. Door het kind nu ook nog extra af te wijzen zullen deze gevoelens alleen maar toenemen en het drukke gedrag versterken.

8. Een onrustig kind accepteren. De enige manier om je kind te laten voelen dat hij geaccepteerd wordt is door het gedrag te benoemen, te vragen of je iets voor hem kunt doen om hem rustiger te laten worden. Of wellicht te vragen hoe het voor je kind is om zo onrustig te zijn. Wanneer je er blijft zijn voor je kind en het niet afwijst, zal hij of zij op een gegeven moment de angst durven benoemen. En dan kun je er zijn voor je kind.

Een kind wat zich gezien en gesteund voelt, is veel minder kwetsbaar dan een kind waarvan de gevoelens niet geaccepteerd worden. Door de gevoelens van je kind serieus te nemen en te aanvaarden, zal het minder kwetsbaar zijn en zich beschermd voelen.

Heb je ook een kind wat onrustig en bang is? Laat een reactie achter op mijn Blog en vertel op welke manier jij daarmee omgaat en die effectief is gebleken.

Veel liefs,
Denise

dinsdag 7 december 2010

Ik ben er ook nog!

In deze tijd van het jaar draait het leven van moeders voornamelijk om de wensen en behoeften van haar kinderen. Maar vraag je nu eens af. Wie houdt er rekening met die van jou? Als jij het niet doet, wie doet dat dan? En stel dat er iemand is die dat wil doen, weet je dan wel wat je zelf nodig hebt?

Mensen worden gedreven door innerlijke behoeften. Een behoefte kan je zien als een verlangen naar iets. Het willen eten is een behoefte om de honger te stillen. Wanneer een behoefte bevredigd is, volgt er een voldoende (hogere) behoefte.

Een behoefte kun je niet sturen, maar ontstaat vanzelf doordat men ergens naar verlangt. En wanneer de ene behoefte is bevredigt, ontstaat er weer een volgende behoefte. Ieder mens heeft een innerlijke drive tot groei. Helaas worden onze behoeften niet altijd duidelijk gevoeld of zelfs bewust weggedrukt. De behoefte zal daardoor niet weggaan. Sterker nog het zal je steeds meer moeite kosten deze weg te drukken. Bewust of onbewust.

Vind je het ook lastig om rekening te houden, of om te gaan, met je eigen behoeften? Kom dan naar de workshop “Ik ben er ook nog”. Deze workshop biedt een eenvoudig stappenplan wat je zal helpen rekening met jezelf te houden. Zodat je meer vanuit je eigen aard en behoefte in contact bent met je kind en voorkomt dat je stuk loopt!

In 1934 is er door de psycholoog Abraham Maslow een model ontwikkeld wat nog steeds actueel is en deze behoefteniveaus heel mooi in kaart brengt.

De 5 behoefteniveaus van Maslow:

1. De fysiologische behoeften. Oftewel eten en drinken. Dit zijn de sterkste behoeften die we kennen. Bijna alles moet hiervoor wijken. Wanneer er honger is dan is alle aandacht bijna volledig op voedsel gericht. Voor al het andere is er even geen aandacht. Eerst eten! Men denkt dat als men onbeperkt eten heeft, men de gelukkigste persoon ter wereld zal zijn.

2. De veiligheidsbehoeften. Wanneer de fysiologische behoefte bevredigd is dan komt de behoefte aan veiligheid naar boven. Behoefte aan bescherming, zekerheid en stabiliteit. Kom je in onbekende situaties of veranderen er bepaalde dingen dan kan er innerlijke onrust ontstaan. Deze behoefte is vaak duidelijk te zien bij kinderen, terwijl volwassen hebben geleerd deze onrust te verbergen. Een kind gaat huilen, rent weg of zoekt angstig steun. Een duidelijke grens geeft rust en vastigheid. Grenzeloosheid heeft meestal een negatief effect en veroorzaakt onrust.

3. Samenhorigheids- en liefdesbehoeften. Wanneer de veiligheid gewaarborgd is, ontstaat de behoefte aan genegenheid. Hieronder wordt verstaan prettige sociale contacten. Dus wanneer je geen honger meer hebt en je veilig voelt, ontstaat er vanzelf het eenzaamheidsgevoel en het gemis aan prettige omgang met anderen. Je wilt ergens bij horen.

4. Behoefte aan waardering en respect. Bevrediging van deze behoeftes zoekt men vooral door prestaties en een bepaalde levenshouding. Om erkenning en aanbidding te krijgen. Hieronder valt ook status en prestige, om bewondering te willen hebben. Er ontstaat een drang om de eigenwaarde te verhogen. In eerste instantie zoekt men dit buiten zichzelf. Men presteert vooral om aandacht te krijgen. Om later tot de conclusie te komen dat het veel fijner is om te presteren ter eigen voldoening.

5. De behoefte aan zelf-actualisering. Er is geen honger meer, je voelt je veilig, je voelt je geaccepteerd en geliefd en je respecteert jezelf. Dan is het nu tijd voor de hoogste mogelijke behoefte waaraan een mens behoefte kan hebben. Het streven naar ontwikkeling van jezelf. Dit is het niveau van ontspanning, nieuwsgierigheid en levenslust. Op dit niveau is het mogelijk je gelukkig te voelen.

De meeste mensen streven ernaar om op het laatste niveau aan te komen. Maar ook wat dit betreft heeft ieder zijn eigen pad te lopen. Het gaat er niet om op welk niveau je uitkomt, maar dat je ervaart dat deze drang er is. Onrust kan ervoor zorgen dat de drang naar ontwikkeling niet wordt gevoeld. Er gaat teveel aandacht naar de onrust, terwijl onrust juist een teken is van een belemmering van een behoefte.

Ik ben heel benieuwd wat je van dit artikel vindt en of je er iets van herkent in je eigen leven. Laat het me weten.

Veel liefs,
Denise

maandag 15 november 2010

Samen fietsen samen opvoeden

In juni schreef ik het artikel “Schiet nou eens op” over de man waar ik al 23 jaar mee samenleef en die altijd haast heeft. Ik schreef erover dat ik daar de ene keer afwijzend, de andere keer liefdevol en weer een andere keer geïrriteerd mee omga. Inmiddels is daar iets in veranderd.

Wanneer we samen ergens naartoe fietsen fietst hij een stuk vooruit soms eens wachtend en soms eens geergerd achterom kijkend. Hij vind altijd dat ik te langzaam ga. In de loop der tijd heb ik het kunnen zien als zijn worsteling. En kon het liefdevol aanschouwen. Ik had het geaccepteerd.

Toch blijkt dit niet meer genoeg te zijn. Acceptatie werd steeds meer onverschilligheid. Een onverwachte situatie heeft ons laten zien dat dit niet is zoals we het willen. We willen samen naast elkaar fietsen. In hetzelfde tempo. Wanneer we elkaar een klein beetje helpen, rijden we naast elkaar i.p.v. achter elkaar. Dat is veel gezelliger!

We hebben heel bewust de keus gemaakt elkaar van nu af aan te helpen bij wat we moeilijk vinden. Daar willen we helemaal voor gaan. Dit betekent een groot vermogen tot aanpassen voor ons allebei. Want het is veel makkelijker te zeggen “Dat is jouw probleem. Ik kan er niets mee.” dan om ervoor te gaan zitten en te kijken wat iemand nodig heeft om verder kunnen. Als je met zijn tweeen bent kan je veel beter gebruik maken van de visie van de ander. Ieder mens heeft zijn of haar eigen kwaliteiten. En juist bij het opvoeden heb je elkaars kwaliteiten zo hard nodig. Je bent niet voor niets bij elkaar gekomen. Vul elkaar dan ook zoveel mogelijk aan en help elkaar.

Wanneer je jezelf erop betrapt het lastig te vinden om het opvoeden vanuit het gezichtspunt van je partner te zien, terwijl je eigenlijk wilt dat iets op jouw manier tot stand komt, lees dan vooral verder.

4 tips om elkaar als opvoeder te respecteren:

1. Het is belangrijk om een gesprek met elkaar te kunnen voeren. Zorg voor de juiste condities daarvoor. Samen opvoeden is heel ingewikkeld en kan alleen maar lukken wanneer beide ouders hierover met elkaar in gesprek willen zijn. Kies daarvoor een vast moment en stel kaders waardoor het gesprek voor beide partijen veilig aanvoelt. Kies bijv. een vast moment om samen te spreken over de opvoeding. Vertel waar je tegenaan loopt. Dan kan je elkaar serieus nemen, zonder dat een van beide zich aangevallen voelt. Spreek zoveel mogelijk in de ik-vorm en ga elkaar niet beschuldigen. Praat respectvol tegen elkaar.

2. Vind je dat je partner een belachelijk idee heeft over de opvoeding? Neem het serieus en val je partner niet over af. Vraag door over zijn of haar motivatie. Wil je partner iets wat jij onredelijk, ondoenlijk of onwenselijk vindt (bijv. absolute stilte aan tafel) geef dat dan in een gesprek aan. Je kind corrigeren terwijl je daar het nut niet van inziet is lastig. Je partner in het bijzijn van de kinderen afvallen is onwenselijk. Bespreek obstakels met je partner waar de kinderen niet bij zijn en vraag dan door. Er is altijd een reden, waarom iemand bepaald gedrag van de kinderen niet kan tolereren. Het gedrag kan bijv. een heel angstig gevoel geven. Hierdoor ontstaat de behoefte zich veilig te voelen, waardoor het gedrag niet getolereerd kan worden. Steun elkaar door samen naar een oplossing te zoeken.

3. Soms lijken de wensen van beide partners tegenstrijdig aan elkaar. Het kan bijv. zijn dat je partner van je kind verlangt dat hij altijd netjes met mes en vork eet. En jij vind het heel belangrijk dat het gezellig is aan tafel. Je wordt gek van het constante corrigeren van je partner. Terwijl je partner zich niet gesteund voelt in de pogingen de kinderen goede tafelmanieren aan te leren. Spreek hier samen over en vertel elkaar waar je behoefte vandaan komt. Zorg voor begrip naar elkaar en help elkaar. Draai bijv. de rollen eens om en spreek af dat jij op een vriendelijke manier probeert ze met bestek te laten eten en dat je partner zich richt op de gezelligheid aan tafel. Dit is makkelijker wanneer je elkaar begrijpt en ondersteunt.

4. Zorg beiden voor een warme omgang naar de kinderen en elkaar. Een aai over de bol, een lekker knuffel een lief compliment, een knipoog of nog eens vertellen dat je van elkaar houdt. Een kind wat zich veilig en geliefd voelt, kan heel veel aan. En de ouders ook (-;

Vragen of wat je er ook over kwijt wilt kan je natuurlijk altijd hier achterlaten. Ik zou het fijn vinden als je mij je eigen ervaringen hierover wilt laten weten.

Veel liefs,
Denise Boomer

maandag 25 oktober 2010

Voedzame aandacht

Steeds meer werkende ouders werken flexibel. Bij flexibel werken bepalen de ouders zelf de begin- en eindtijd en kunnen makkelijk weg wanneer het nodig is. Dit levert meer uren met je kind op. De vraag is of kinderen daardoor ook meer aandacht krijgen. Meer aanwezigheid en minder stress omdat ouders minder afhankelijk zijn van opvang van anderen is er zeker. Maar meer aandacht dat betwijfel ik. Mijn eigen ervaring is anders.

Een aantal jaar geleden had ik een parttime baan met een grote vrijheid wat betreft indeling van mijn werktijden. De jongens waren in die tijd nog jong en hadden nog veel van mijn aandacht nodig.

Het fijne van mijn werktijden was dat ik veel bij hun aanwezig kon zijn en weinig last ervaarde van stress omdat ik op tijd op mijn werk moest zijn. Wel had ik continue het gevoel dat ik keuzes moest maken. Regelmatig kwam ik in een dilemma terecht, wat steeds weer uitkwam in half aanwezig zijn. Voor mijn kinderen heel verwarrend. Fysiek was ik er wel, maar was vooral bezig met mijn werk. Steeds had ik weer het gevoel te moeten kiezen tussen werken en moederen. Ik probeerde het allebei tegelijk te doen. Ik zat achter mijn computer verslagen uit te werken en als een van de jongens mijn aandacht vroeg deed ik wat er gedaan moest worden met mijn werk nog in mijn hoofd. Mijn aandacht was op zo’n moment niet bij hun. Ik noem dat “witte boterham” aandacht.

Door mijn kinderen aandacht te geven terwijl ik met mijn hoofd bij mijn werk was, bracht ik mijn kinderen in verwarring. Het leek alsof ze aandacht kregen, maar het voelde anders. De verwarring uitte zich in ontevredenheid. Mijn kinderen konden daar geen woorden aan geven, maar lieten het wel door hun gedrag zien. Mijn jongens reageerde daarop door grenzeloos gedrag te vertonen. Zoals naar elkaar schoppen en slaan, naar mij ook trouwens. Ik werd daardoor geïrriteerd en reageerde daarop door boos te worden.

Als ik het nu over zou doen zou ik het anders doen. Ik zou ten eerste bewust kiezen wat op dat moment mijn kerntaak zou zijn. Op de momenten dat de jongens bij mij aanwezig zouden zijn zou mijn kerntaak “moeder” zijn. Wat inhoudt dat ze op dat moment ook alle aandacht zouden krijgen waar ze om zouden vragen. Dat is eigenlijk nog steeds zo. Al zijn ze inmiddels ouder, “bruine boterham” aandacht hebben ze nog steeds nodig.

Door mezelf regelmatig af te vragen “wat is op dit moment mijn kerntaak?” voorkom ik dat ik mezelf versnipper. Ook is het daardoor duidelijk voor me is waar ik mijn aandacht aan wil geven.

Wat is aandacht eigenlijk? Een aantal synoniemen voor aandacht zijn “belangstelling, concentratie, interesse, medeleven, toewijding, zorg” zomaar een aantal woorden die “aandacht” omschrijven.

Wanneer je jezelf erop betrapt steeds meer “witte boterham” aandacht te geven, terwijl je eigenlijk “bruine boterham” aandacht wil geven lees dan vooral verder.

6 tips om mentaal beschikbaar te zijn en “bruine boterham” aandacht te geven:

1. Ben je iemand die naar buiten gericht is, overal voor in bent en je nergens door raken? Je geeft makkelijk je aandacht, maar die is ook snel weer weg. Je aandacht kan daardoor oppervlakkig aanvoelen. Je kind zal er alle mogelijke moeite voor doen om je echt te bereiken. Neem deze pogingen van je kind serieus en verbind je.

2. Ben je meer naar binnen, in jezelf, gekeerd en gaat negeren je makkelijk af. Wat zich in de buitenwereld afspeelt daar verbind je je niet echt aan. Wanneer je aandacht gevraagd wordt heb je moeite om deze te geven. Je kind zal alle mogelijke moeite doen om je echte aandacht te krijgen. Maak contact met je kind door te benoemen wat je bij je kind ziet en vertel wat er in je omgaat.

3. Je bent naar buiten gericht en bent goed in contact met wat je echt wilt. Je kunt je alleen niet verbinden met wat je buiten jezelf ziet, waardoor je geneigd bent anderen te willen veranderen. Hierdoor ben je regelmatig in strijd met de buitenwereld. Je kind zal zich koest houden en niet laten merken wat hij of zij echt wilt of zal juist het omgekeerde doen en steeds weer de strijd met jou aangaan. Vertel wat je ziet bij je kind en vraag wat je kind van jou zou willen.

4. Nog een mogelijkheid is dat je aandacht naar buiten gericht is, je hebt contact met wat je echt wilt en je kunt je verbinden met wat je buiten ervaart. Je hebt contact gemaakt met je innerlijke kracht zonder dat je jouw ideeën aan een ander oplegt. Je bent aanwezig zonder dwingend te zijn. Hierdoor zal je je kind duidelijke kaders kunnen geven waarbinnen hij of zij kan experimenteren.

5. Wat helpt is om je ieder moment bewust te zijn van je kerntaak van dat moment. Wanneer je op dat moment thuis bent om bij je kind te zijn, dan is je kerntaak moeder of vader zijn. Wanneer je kind met iets anders bezig is of slaapt kan je die tijd natuurlijk besteden aan iets anders. Maar blijf je er bewust van je kerntaak van dat moment. Wanneer je aanwezig bent als moeder of vader, wees dan ook aanwezig.

6. Merk je dat dat je niet lukt, merk dan op waar je aandacht wel naartoe gaat en maak een keuze. Je kunt ervoor kiezen om je aandacht te volgen en je uiterlijke omstandigheden daarop aan te passen, of je kiest ervoor van “witte boterham” aandacht “bruine boterham” aandacht te maken en te kijken wat jij nodig hebt om mentaal beschikbaar te zijn.

Vragen of wat je er ook over kwijt wilt kan je natuurlijk altijd hier achter laten op en vanzelfsprekend kan je hierover contact met mij opnemen.

Veel liefs,
Denise Boomer

maandag 11 oktober 2010

Als leven pijn doet

Ik was begonnen met een blog over het onderwerp “oei ik groei” maar door de zelfgekozen dood van Antonie Kamerling is het een hele andere blog geworden. Veel mensen vragen zich af hoe een vader van nog jonge kinderen kan kiezen voor de dood? Voor de meeste ouders is het idee je kinderen niet te kunnen zien opgroeien, ondraaglijk. Hoeveel pijn moet het leven doen om deze keus te maken?

Ruim 25 jaar geleden heeft mijn moeder dezelfde keus gemaakt en ik had het ‘geluk’ om een paar maanden daarvoor een goed gesprek met haar te mogen hebben. Tijdens dat gesprek vertelde ze mij hoe ‘leven’ er voor haar uitzag en hoe vreselijk ze het vond dat ze de mensen om haar heen die ze het meeste lief had van de hele wereld zoveel pijn deed. Liefde kon ze haast niet meer voelen, pijn wel. Heel veel pijn.

Op een gegeven moment gaat de gedachte overheersen dat alles wat je lief hebt en wat jou lief heeft beter af is zonder jou, omdat je ze alleen maar verdriet doet. Deze gedachte had zich toen ook al in brein van mijn moeder vastgezet en eigenlijk begreep ik haar heel goed.

Het blog wat ik van plan was om te schrijven ging over groeisprongen die baby’s doormaken. Deze komen namelijk ook bij volwassenen voor. In het leven maak je constant veranderingen door en je systeem heeft het nodig zich daarop aan te passen. De ene keer gaat dat makkelijker dan de andere keer. Er zijn sprongen in het leven die vooraf gaan aan een periode van depressiviteit. Je zit dan in een dip en keert als het ware even terug in jezelf om -zoals het lijkt- nieuwe energie te vergaren om de sprong vooruit te kunnen maken. Je voelt je even rot, soms goed rot, maar meestal kom je er wel weer uit.

Toch zijn er mensen die nooit uit een depressie komen en erin vast blijven zitten. En alsof dat nog niet erg genoeg is, gaan ze zichzelf ook nog afwijzen. Ze hebben het moeilijk met zichzelf en zien hoe moeilijk hun omgeving het met hun gedrag heeft en dat willen ze niet. Ze willen zich niet dood voelen van binnen, ze willen leven en plezier brengen in het leven van anderen. Ze gaan vechten tegen de depressie en komen er steeds verder in vast te zitten, ze willen eruit … maar het gaat gewoon niet …

De dood van mijn moeder kwam destijds voor mij niet als een verrassing, ik heb voor haar gedaan wat ik kon. Maar er was weinig wat ik voor haar kon doen. Na haar dood heb ik mijn eigen leven kunnen oppakken en ik heb haar dood zelfs als een teken van liefde leren zien. Iets wat nodig was om mij mijn eigen leven te kunnen laten leiden.

Mijn moeder kon zichzelf niet lief vinden. Ze was boos op zichzelf en op de hele wereld, maar dat wilde ze niet. Ze wilde niet boos zijn en daarom was ze steeds boos. Heel gek, juist hetgeen wat ze niet wilde gebeurde steeds weer en weer. Had ze het stuk boosheid van zichzelf maar lief gevonden en op een positieve manier gebruik gemaakt van de krachtige energie van die boosheid. Dan had ze niet steeds boos hoeven zijn of haar gevoel niet hoeven onderdrukken, waardoor ze depressief werd.

Mogen zijn wie je bent is het allermooiste wat je jezelf kunt geven. Als je niet weet hoe, lees dan vooral verder.

1. Loopt je leven niet helemaal zoals je vind dat het lopen moet, probeer dat in ieder geval niet te verbergen voor je kind. Kinderen leren van hun ouders hoe je met tegenslagen omgaat. Wanneer jij ze onderdrukt leer je je kind zijn of haar gevoelens eveneens te onderdrukken. Leef je gevoelens!

2. De meeste ongewenste gevoelens worden niet geleefd omdat je denken zich daartegen verzet. Wanneer je gevoel laat stromen dan komt het op, golft door je heen en ebt weer weg, zonder dat je iets hoeft te doen.

3. Zorg dat gevoelens geen gedachten worden. Gedachten zijn hard, gevoelens zijn zacht. Je lichaam wil je iets laten weten, wees stil en luister zachtjes.

4. Boosheid verbergt pijn. Door de wereld naar je hand te willen zetten, probeer je de wereld zo te regelen dat er geen pijn ontstaat. Je wilt de mensen om je heen naar jouw hand zetten zodat ze je geen pijn kunnen doen.

5. De andere kant van boosheid is depressiviteit. De nare gedachten over jezelf die bij een depressie horen willen je net zo goed beschermen tegen pijn.

6. Wees niet bang voor de pijn. Pijn is alleen maar pijn. Een pijnlijke herinnering, een traumatische ervaring die boven komt. Duw het niet weg, maar concentreer je erop. De pijn wordt kleiner en scherper, tot hij ineens weg is.

Vind jij het moeilijk om jezelf lief te vinden en onderdruk je daardoor de gevoelens die je over jezelf hebt, of vind je het juist makkelijk jezelf lief te vinden? Ik zou het fijn vinden als je me dat zou willen laten weten.

Veel liefs,
Denise

dinsdag 28 september 2010

Ik ben er ook nog

Het is inmiddels een hele tijd geleden dat ik mijn laatste stuk schreef. Na de vakantie had ik heel sterk de behoefte aan ruimte in mijn leven. Naar aanleiding daarvan ben ik eerst eens rustig gaan kijken naar al mijn werkzaamheden en heb alles even op een laag pitje gezet en ik heb besloten een aantal werkzaamheden af te stoten zodat ik me nog meer kan inzetten voor de moeders die mij nodig hebben.
In de tussentijd heeft het opvoedingsblad J/M, een onderzoek gehouden onder 600 ouders, waaruit naar voren kwam dat de meeste ouders geloven dat het succes en geluk van hun kind maakbaar is. Ouders denken dat zij daar grote invloed op hebben en er dus veel voor moeten doen. En dat ze daar stress van krijgen als het niet lijkt aan te slaan.

Ik was erg blij met dit onderzoek en alle publiciteit er omheen omdat dit de erkenning geeft dat voor (kleine) kinderen zorgen nu eenmaal niet alleen maar leuk is. Sterker nog, het eindeloos verplaatsen in de wensen en behoeften van je kind heeft ook een keerzijde. Het kan de vervulling van je eigen basisbehoeften in de weg staan. Gebeurt dit te vaak dan kan het maken dat je je uitgeput gaat voelen.
Ik zet me er al weer een tijdje voor in om ouders en met name moeders weer te gaan leren rekening met zichzelf te houden. Het helpt echt. Wanneer je vanuit je eigen aard en behoefte in contact met je kind bent, voorkom je dat stuk loopt en ben je veel gelukkiger.

Tijdens het opvoeden loop je nog wel eens tegen je eigen gevoelens op en net als ieder mens krijg je dan de neiging om de situatie te willen gaan veranderen. Soms lukt dat wel en soms lukt dat niet. Echter om een situatie te kunnen veranderen is het nodig om een paar stappen te volgen:

1. Weet waar je voor staat. Wie ben jij, wat is jouw visie? Ben je iemand die zich richt op de relatie of ben jij iemand die zich meer richt op resultaten? Dit is belangrijk om te weten, voor jezelf en de mensen om je heen. Van hieruit neem je namelijk je beslissingen.

2. Waar maak jij je zorgen over? Maak je je druk over je eigen functioneren of maakt je je meer zorgen over het functioneren van de mensen om je heen? Wanneer je je eigen vaardigheden niet helemaal vertrouwt zal je je vaak onzeker voelen, vertrouw je de vaardigheden van de mensen om je heen niet helemaal dan maak je je waarschijnlijk veel zorgen over de mensen om je heen. Is dit voor jou van toepassing kijk dan naar wat je nodig hebt om vertrouwen te kunnen hebben.

3. Wat zegt weerstand over jou? Weerstand zijn negatieve prikkels en hebben te maken met je eigen reactie op een situatie. Door deze reactie raak je als het ware verzwakt. Vaak is het een soort gedrag van een ander of een situatie die op de een of andere manier weerstand oproept. Zoek uit welke situaties jou weerstand geven.

4. Frustraties, wat zeggen die over jou? Wanneer je verzwakt bent, raak je gefrustreerd. Je wilt de situatie veranderen, maar je hebt niet de juiste middelen. Er zijn mensen die zich terugtrekken wanneer ze gefrustreerd zijn, terwijl anderen juist gaan vechten. Zoek eens uit wat jouw voorkeursgedrag is bij frustratie en kijk eens wat je nodig hebt om effectiever te reageren.

5. Hoe kom je tot een resultaat? Wanneer alle ingredienten aanwezig zijn om een situatie te kunnen veranderen ben je er nog niet wanneer je ze niet op de juiste manier inzet. Sommige mensen kunnen dit van nature, maar andere hebben een plan nodig. Merk je dat je nogal doelloos bezig bent, zorg dan voor een plan. Vraag daar eventueel hulp bij.

6. Hoe krijg je commitment voor je doel? Is je gekozen doel wel jouw doel? Kan je erachter staan of vind je iets anders toch belangrijker? Zorg dat je commitment hebt. Heb je dat niet dan zal “iets” in jou, je plan saboteren.

Wanneer je al deze ingredienten op een rijtje zet. Je weet waar je voor staat, je weet waar je zorgen liggen, je bent je bewust van de weerstand die je ervaart, je herkent je frustraties en je bent in staat een plan te maken waar je je aan committeert, dan heb je een instrument in handen wat je kan helpen ongewenste situaties te veranderen in gewenste situaties.

Ik vraag me af of jij dit ook herkent. Ben jij ook zo druk met het succes en geluk van je kind? Zelfs zo druk dat je eigen basisbehoeften erbij inschieten? Ik ben daar heel benieuwd naar en zou fijn vinden als je me dit wilt laten weten.

Veel liefs,
Denise